Kwaliteitsstatuut DOOR GGZ 

I. Algemene informatie 

1. Gegevens ggz-aanbieder  


DOOR GGZ B.V.
Rijksstraatweg 97
1115 AN Duivendrecht 

www.doorggz.nl
 
KvK nummer: 95345949
AGB-code: 22222001


2. Gegevens contactpersoon/aanspreekpunt:  

Esther van Zoen 
e.vanzoen@doorggz.nl
 
0657316487 

3. Onze locatie:  

Jan Muschlaan 23-25, 3584 GV Utrecht 


4. Beschrijving aandachtsgebieden/zorgaanbod  

 4.A Bij DOOR GGZ richten we ons op volwassenen (18-65 jaar) die vastlopen op verschillende levensgebieden, met (het vermoeden van) een persoonlijkheidsstoornis die onvoldoende baat hebben gehad bij behandeling binnen de BGGZ. Er is daardoor sprake van lijdensdruk bij de patiënt, vaak ook bij diens omgeving en er is vaak sprake van sociaalmaatschappelijke schade. 

Wij bieden diverse vormen van wetenschappelijk bewezen psychotherapie (SFT, AFT, GIT-PD, EMDR, IE, ImRs, systeemtherapie en vaktherapieën) waar nodig ondersteund met psychofarmacotherapie. We bieden een multidisciplinair behandelkader waar veel aandacht is voor de behandelrelatie, motivatie, therapietrouw en fase-gericht werken.  In de praktijk betekent dit dat we ons allereerst richten op het opbouwen van een vertrouwensband, het in kaart brengen van de problematiek en het vatten van de belangrijkste behandelthema's in een behandelplan. 

In de behandelfase bieden we de keuze uit verschillende behandelingen om te kunnen aansluiten bij de specifieke hulpvraag en problematiek van de patiënt. Behandeling doen we bij voorkeur in groepen, omdat persoonlijkheidsproblematiek zich bij uitstek vaak uit in het contact met de ander. Vaak (maar niet altijd) wordt een groepsbehandeling aangeboden in combinatie met individuele behandeling. In alle fasen wordt gekeken hoe vaktherapie en e-health kunnen bijdrage aan het proces. Er is tijdens de hele behandeling aandacht voor zingeving en het (her)vinden of versterken van de plek van de patiënt in de maatschappij. 


4.B Patiënten/cliënten met de volgende hoofddiagnose(s) kunnen in mijn instelling terecht:  

  • Persoonlijkheidsstoornissen 
  • Angst- en stemmingsstoornissen waarbij eerdere (klachtgerichte) behandelingen onvoldoende effect hebben gehad 
  • Traumagerelateerde stoornissen 


4.C Biedt uw organisatie hoogspecialistische ggz (3e lijns ggz)? 

- Nee 


4.D Heef u nog overige specialismen: (optioneel, meerdere antwoorden mogelijk) 

Aan persoonlijkheidsstoornissen gelieerde comorbide stoornissen (stemming, angst, ADHD, slaapproblemen, eetproblemen, middelengebruik mits deze niet op de voorgrond staan en (acute) medische zorg nodig hebben. 


5. Beschrijving professioneel netwerk: 


DOOR werkt samen met verschillende huisartsenpraktijken die hun patiënten verwijzen naar DOOR, GGZ-instellingen in Utrecht en psychologenpraktijken in deze regio. In geval van crisis of wanneer opname noodzakelijk is, verwijzen wij patiënten door naar grote instellingen, die ertoe uitgerust zijn om deze patiënten de zorg te bieden die zij nodig hebben. Verder willen wij samenwerken met aanbieders in het sociale domein, denk hierbij aan Lister en WIJ 3.0. Daarnaast hebben we informele banden met diverse, qua grote vergelijkbare, instellingen die andere doelgroepen behandelen waardoor we korte lijnen hebben qua doorverwijzing mocht dit nodig zijn. 


6. Onze instelling biedt zorg aan in: 

Er is sprake van een overgangssituatie waarbij we zowel werken met een onderscheid in generalistische basis-ggz en gespecialiseerde ggz, als een indeling in categorieën. In de toekomst zal het eerste onderscheid komen te vervallen. 


6.A DOOR GGZ heeft aanbod in: 

DOOR GGZ heeft aanbod in de gespecialiseerde-ggz: 


Hiervoor kunnen de volgende type beroepsbeoefenaren als regiebehandelaar optreden: Psychiater, klinisch psycholoog, psychotherapeut, GZ-psycholoog en verpleegkundig specialist ggz. 

Bij hogere mate van complexiteit wordt het regiebehandelaarschap bij de psychiater of klinisch psycholoog belegd.

 

6.B DOOR GGZ  heeft aanbod in de categorieën van complexiteit van situatie 

- Categorie B  
Hiervoor kunnen de volgende type beroepsbeoefenaren als indicerend regiebehandelaar optreden: GZ-psycholoog, psychotherapeut, klinisch psycholoog, verpleegkundig specialist, psychiater. 

Hiervoor kunnen de volgende type beroepsbeoefenaren als coördinerend regiebehandelaar optreden: GZ-psycholoog, psychotherapeut, klinisch psycholoog, verpleegkundig specialist, psychiater. 

Wij hebben ervoor gekozen om de coördinerende rol als ook de indicerende rol in principe bij dezelfde (regie)behandelaar te houden. Afhankelijk van de complexiteit en de hulpvraag wordt gekeken welke discipline van de regiebehandelaar het meest passende is. In sommige gevallen kan er gekozen worden voor het scheiden van deze twee rollen. 

MDO's worden geleid door een klinisch psycholoog of psychiater. 


7. Structurele samenwerkingspartners 
DOOR GGZ werkt ten behoeve van de diagnostiek, behandeling en begeleiding van patiënten samen met andere GGZ-instellingen verschillende psychologenpraktijken, voornamelijk in de regio Utrecht. Te denken valt aan Altrecht, Jellinek, NPI, Daarnaast werkt DOOR samen met huisartsen, POH-GGZ en het sociaal domein (Lister, Buurtteams). 

Ook naasten zien wij als een belangrijke samenwerkingspartner, enerzijds omdat zij ons kunnen helpen een nog completer beeld te krijgen van de problematiek maar anderzijds omdat zij de patiënt kunnen steunen in de gedragsveranderingen die in de loop van de behandeling gaan plaatsvinden. Daarom vinden wij het belangrijk naasten te betrekken in elke fase van de behandeling. 


8. Lerend netwerk 

DOOR ggz geeft op de volgende manier invulling aan het lerend netwerk van indicerend en coördinerende regiebehandelaren. 

Intern: Vanzelfsprekend zoeken de therapeuten die werkzaam zijn bij DOOR ggz elkaar op om van te leren. Dagelijks vindt een multidisciplinair overleg (MDO) plaats. Indien nodig consulteren zij ook elkaar daarbuiten. 


Extern: Behandelaren die werken bij DOOR ggz zijn vaak aangesloten bij intervisiegroepen bestaande uit therapeuten die elders werkzaam zijn. 

We organiseren maandelijks een teamintervisie en halfjaarlijkse deskundigheidsbevorderingen. De halfjaarlijkse deskundigheidsbevordering doen we in samenwerking met Senz (www.senz.nl), waarbij deze om de beurt georganiseerd wordt door één van de instellingen. 


9. Zorgstandaarden en beroepsrichtlijnen 

DOOR GGZ ziet er als volgt op toe dat: 


9a. Zorgverleners bevoegd en bekwaam zijn 

Bij DOOR GGZ zien we erop toe dat de (regie)behandelaren aan de wettelijk vastgestelde eisen voldoen met betrekking tot de wet BIG. Verder is het voor elke medewerker van DOOR GGZ verplicht om een geldig VOG te overleggen. Van ieder is een geldig diploma of bewijs van registratie aanwezig in de administratie van DOOR GGZ. 

Voor de psychiater, klinisch psycholoog en psychotherapeut zijn er vanuit de wet BIG herregistratie-eisen waardoor voor hen de bevoegd-, en bekwaamheid gewaarborgd is. 

Behandelaren zijn zelf verantwoordelijk voor hun herregistratie, wanneer ze hun herregistratie niet halen zal hun arbeidscontract worden ontbonden. 


9b. Zorgverleners volgens kwaliteitsstandaarden, zorgstandaarden en richtlijnen handelen: 


Behandelingen worden zoveel mogelijk uitgevoerd volgens de zorgstandaarden van GGZ zorgstandaarden. In deze zorgstandaarden staat met name wat de patiënt kan verwachten van goede zorg en hoe het zorgproces er uit ziet. Ook de richtlijnen worden waar mogelijk nageleefd, in de richtlijnen staat meer vakinhoudelijk wat de beste behandeling is bij de diverse problematiek op basis van wetenschappelijk onderzoek. 

In de evaluatiemomenten tijdens het multidisciplinair overleg (MDO) en de behandelevaluaties wordt gekeken of de behandeling die wordt geboden voldoet aan de zorgstandaarden en richtlijnen. Mocht er afgeweken worden van de richtlijnen gaat dit in samenspraak met de indicerend regiebehandelaar en wordt dit met motivatie genoteerd in het behandelplan in het EPD. 

9c. Zorgverleners hun deskundigheid op peil houden: 

Naast maandelijkse teamintervisies en halfjaarlijkse deskundigheidsbevorderingen is er voor elke behandelaar een opleidingsbudget beschikbaar ten behoeve van na- en bijscholing. Voor de psychiater, klinisch psycholoog en psychotherapeut (indicerende regiebehandelaren) zijn er vanuit de wet BIG herregistratie-eisen. 

Jaarlijks staat ontwikkeling en herregistratie als agendapunt in de jaargesprekken met de behandelaren. 


10. Samenwerking 

10a. Samenwerking binnen uw organisatie en het (multidisciplinair) overleg is vastgesteld en geborgd in het professioneel statuut. 

Ja 


10b. Binnen DOOR GGZ is het (multidisciplinair) overleg en de informatie-uitwisseling en overdracht tussen indicerend en coördinerend regiebehandelaar en andere betrokken behandelaren als volgt geregeld: 

Dagelijks zijn er multidisciplinaire overleggen (MDO’s) plaats waar alle behandelaren die op die dag werken bij aanwezig zijn, belangrijke (eik)punten in de behandeling worden hier besproken, denk hierbij aan toegenomen klachten, problemen in het systeem, successen, problemen in de behandelrelatie etc. Na de intake, na de intakefase en daarna minimaal halfjaarlijks is er per patiënt een MDO waarbij de indicerend regiebehandelaar en zoveel mogelijk medebehandelaren bij aanwezig zijn en waarbij de intake, intakefase en/ of behandeling geëvalueerd zal worden, voordat de evaluatie met de patiënt besproken wordt. Alle MDO’s worden geregistreerd in het dossier van patiënt. 


MDO's worden geleid door een klinisch psycholoog of psychiater. 

De regiebehandelaar is direct bij de patiënt betrokken tijdens de intake, na de intakefase en bij de (tussen) evaluaties. Daarnaast kan deze ook een rol hebben in de behandeling van patiënt, maar dit hangt af van het behandelplan. In sommige (complexe) gevallen wordt in het MDO bepaald dat een andere regiebehandelaar de regie overneemt. 


10c. DOOR GGZ hanteert de volgende procedure voor het op- en afschalen van de zorgverlening naar een volgend respectievelijk voorliggend echelon.  

Na de intake presenteren de intakers (indicerend regiebehandelaar en een andere behandelaar) de patiënt in het MDO waarna er een inschatting gemaakt wordt of patiënt bij DOOR GGZ de behandeling met goed resultaat kan doorlopen, hierbij staat de hulpvraag van de patiënt centraal. Wanneer de inschatting is dat de patiënt bij ons niet de zorg kan krijgen die passend is, wordt er meegedacht aan een alternatief en wordt dit teruggegeven aan de patiënt en de verwijzer. Er kan ook besloten worden tot verdere (proces) diagnostiek om te kijken of patiënt toch bij DOOR GGZ of elders hulp kan krijgen. Indien nodig wordt er overleg gezocht met de huisarts, verwijzer en/ of eerdere hulpverleners. 


Als er tijdens de behandeling blijkt dat er iets extra nodig is dan gaan we samen met de patiënt kijken wat er nodig is en of we zelf kunnen opschalen of dat we een derde partij moeten inschakelen, eventueel doen we dit in overleg met de huisarts. Deze opschaling evalueren we regelmatig om te kijken of de opschaling voldoende resultaat oplevert en ook om op tijd weer af te kunnen schalen. 


10d. Binnen DOOR GGZ geldt bij verschil van inzicht tussen bij het zorgproces betrokken zorgverleners de volgende escalatieprocedure. 

Indien een behandelaar het niet eens is met de behandeling gaat deze hierover in gesprek met de indicerend regiebehandelaar. Vervolgens wordt het in het MDO besproken. De uiteindelijke verantwoordelijkheid ligt bij de psychiater en de klinisch psycholoog, deze zullen dan ook een beslissing nemen over het verdere verloop van de behandeling. 


11. Dossiervoering en omgang met patiëntgegevens  


11a. DOOR ggz vraagt om toestemming van de patiënt bij het delen van gegevens met niet bij de behandeling betrokken professionals. 


Ja 


11b. In situaties waarin het beroepsgeheim mogelijk doorbroken wordt, gebruikt DOOR GGZ de daartoe geldende richtlijnen van de beroepsgroep, waaronder de meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld (bij conflict van plichten, vermoeden van kindermishandeling of huiselijk geweld), het stappenplan materiële controle en DOOR GGZ vraagt het controleplan op bij de zorgverzekeraar (bij materiële controle).  


Ja 


11c. DOOR GGZ gebruikt de privacyverklaring als de patiënt zijn diagnose niet kenbaar wil maken aan zijn zorgverzekeraar/NZa. 


Ja 


12. Klachten en geschillenregeling 


12a. Patiënten kunnen de klachtenregeling hier vinden:  


De klachtenregeling vindt u hier


12b. Patiënten kunnen met geschillen over de behandeling en begeleiding terecht bij: 


De geschillencommisie kpz en de geschillenregeling is hier te vinden. 


 


13. Wachttijd voor intake/probleemanalyse en behandeling en begeleiding 


Patiënten vinden informatie over wachttijden voor intake en behandeling en via https://doorggz.nl/#Aanmelden en kunnen deze telefonisch opvragen. 


 


14. Aanmelding en intake/probleemanalyse  


14a. De aanmeldprocedure is in de organisatie als volgt geregeld: 


Aanmelding bij DOOR GGZ verloopt altijd via een verwijzer. In de meeste gevallen is dit de huisarts of een andere zorginstelling. In de verwijzing staan naast de formele eisen ook een omschrijving van de problemen, eventuele psychiatrische voorgeschiedenis en huidige medicatie van de patiënt vermeld, waarbij eventuele correspondentie uit de psychiatrische voorgeschiedenis wordt bijgevoegd. 


De zorgadministratie controleert of de aanmelding aan de formele eisen voldoet, zoals de aanwezigheid van het Burgerservicenummer, verzekeringsbewijs, identiteitsbewijs, verwijsbrief en bij 18- woonplaatsbeginsel. Daarnaast controleert de zorgadministratie of de patiënt verzekerd is. Als de stukken niet compleet zijn neemt de zorgadministratie contact op met patiënt of met zijn/haar verwijzer. 


De aanmeldcoördinator van DOOR GGZ beoordeelt of de hulpvraag van de patiënt en de behandeling die hij/zij nodig heeft past bij wat DOOR GGZ biedt. 


Bij twijfel kan de verwijzer eerst contact opnemen via het formulier op de website, DOOR ggz zal dan contact opnemen. 


Een medewerker van DOOR GGZ neemt na aanmelding contact met de patiënt op om te bevestigen dat de aanmelding is binnengekomen, indien nodig om de hulpvraag te verduidelijken en te bepalen of deze binnen DOOR GGZ past. 


De verwijzer ontvangt altijd een schriftelijke bevestiging van de aanmelding. DOOR GGZ streeft ernaar om de patiënt binnen twee weken duidelijkheid te geven of DOOR GGZ denkt een passende behandeling te kunnen bieden. 


DOOR GGZ heeft ervoor gekozen de wachttijd in de periode tot de intake te laten plaatsvinden, zodat de behandeling aansluitend aan de intake kan starten. Na het contact met de aanmeldcoördinator die de aanmelding in ontvangst neemt, kan er dus sprake zijn van een wachttijd voor de intake plaatsvindt. De patiënt en verwijzer worden op de hoogte gehouden van de voortgang/wachttijd tot intake. De intake wordt uitgevoerd door een regiebehandelaar en een andere behandelaar van DOOR GGZ. Het intakegesprek vindt plaats op onze locatie. 


Het is de verantwoordelijkheid van de verwijzer dat de verwijzing van de patiënt voldoet aan de daarvoor opgestelde normen. Tot de intake heeft plaatsgevonden is de verwijzer de eerstverantwoordelijke voor de patiënt. DOOR GGZ neemt de verantwoordelijkheid voor de patiënt over na de intake. De regiebehandelaar is vanaf dat moment verantwoordelijk. 


14b. Binnen DOOR GGZ wordt de patiënt doorverwezen naar een andere zorgaanbieder met een passend zorgaanbod of terugverwezen naar de verwijzer- indien mogelijk met een passend advies- indien de instelling geen passend aanbod heeft op de zorgvraag van de patiënt. 


Ja 


15. Indicatiestelling 


Beschrijf hoe de intake/probleemanalyse en indicatiestelling binnen DOOR ggz is geregeld: 


Patiënt wordt aangemeld door de huisarts of een andere verwijzer. Wanneer behandeling bij DOOR ggz passend lijkt (zie 14a), krijgt de patiënt een uitnodiging voor het intakegesprek. Het intakegesprek vindt plaats met een regiebehandelaar en een behandelaar. 


Voor het intakegesprek vult de patiënt een aantal vragenlijsten in, waaronder een vragenlijst gericht op de klachten waarvoor de patiënt is aangemeld en één gericht op eventuele somatische klachten. Het eerste intakegesprek is gericht op een eerste inschatting van de soort problematiek, de ernst, de hulpvraag en of behandeling binnen onze instelling passend is. 


Tijdens het intakegesprek worden de klachten van de patiënt besproken, evenals zijn/haar wensen over en verwachtingen van de behandeling. Wij vinden het hierbij erg belangrijk dat er een naaste aanwezig is bij de intake. Als het nodig is overleggen we ook met de huisarts en/of verwijzer. 


Van de intake wordt een verslag gemaakt met o.a. een beschrijvende diagnose en wordt de intake in het MDO  besproken of patiënt inderdaad behandeling kan bieden. Indien dat het geval is, wordt aan de patiënt een behandelaar toegewezen voor de intakefase die zo’n 3 gesprekken duurt. Bij het aanwijzen van de behandelaar wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met de wensen van de patiënt en het behandelteam. 


Tijdens de intakefase wordt er een CPAP gemaakt, de doelen worden uitgewerkt en er wordt uitvoerig gekeken naar de levensgeschiedenis van de patiënt en waar mogelijk een link gelegd met de (aanmeld)klachten. Aan het einde van de intakefase vindt er een evaluatiegesprek plaats met de patiënt, de behandelaar en de regiebehandelaar. In dit gesprek wordt gekeken naar de, in de intakefase opgestelde behandeldoelen en een definitief behandelplan opgesteld. Ook wordt er een DSM-diagnose vastgesteld, eventueel vindt er bij twijfel over de diagnose tijdens deze fase diagnostiek plaats. 


De indicerend regiebehandelaar in deze fase kunnen alle hiervoor bevoegde regiebehandelaren zijn (zie 6a). Hierbij wordt rekening gehouden met informatie die uit de aanmelding komt (bij meer complexe casussen zal eerder de psychiater of de klinisch psycholoog als indicerend regiebehandelaar aangewezen worden. Na het MDO waarbij de intake besproken wordt kan er eventueel nog gewisseld worden van indicerend regiebehandelaar mocht dit nodig zijn. 


16. Behandeling en begeleiding  


16a. Het behandelplan wordt als volgt opgesteld: 


Het behandelplan is een overeenkomst waarin de afspraken staan die patiënt en (regie)behandelaar samen maken met betrekking tot de behandeling. Ook andere medebehandelaren worden hierin meegenomen. Voor het evaluatiemoment aan het einde van de intakefase zal de behandelaar de, met de patiënt, opgestelde behandeldoelen en voorgestelde methodiek in het MDO voorleggen aan het team. Eventuele twijfels en op- en aanmerkingen zullen hierin besproken worden. Uiteindelijk zal, in het uiterste geval dat er geen overeenstemming is, de psychiater en/of klinisch psycholoog hierin een beslissing nemen. Het behandelplan zal definitief gemaakt worden na/tijdens het evaluatiegesprek. 


In het behandelplan staat: 


  • Hulpvraag, gezamenlijke probleemstelling en diagnose 
  • Behandeldoelen (alle punten waaraan gezamenlijk gewerkt gaat worden) 
  • Wijze waarop de patiënt samen met de behandelaar de doelen tracht te bereiken (behandelmethoden, frequentie behandelafspraken, duur behandeling) 
  • Hoe en hoe vaak het behandelplan geëvalueerd wordt 
  • Afspraken over betrekken naasten bij de 
  • Wie de regiebehandelaar is 
  • Welke andere behandelaren bij de behandeling betrokken zijn 
  • Eventuele afspraken met andere (zorg)instellingen. 
  • Afspraken over hoe te handelen bij crisis; 
  • Wie de taken overneemt van de regiebehandelaar bij diens eventuele afwezigheid 

In het vijfde gesprek maar uiterlijk 6 weken na de start van de behandeling wordt het behandelplan definitief gemaakt. In het dossier wordt vastgelegd dat het behandelplan definitief is en of patiënt akkoord is met het plan. Patiënt heeft ten alle tijden toegang tot het behandelplan. De verwijzer wordt op de hoogte gesteld van het behandelplan als patiënt hiervoor zijn toestemming heeft gegeven. Na de intakefase volgt de behandelfase. 


16b. Het centraal aanspreekpunt voor de patiënt tijdens de behandeling is de coördinerend regiebehandelaar. 

Omdat alle regiebehandelaren (in onze categorie) indicerend regiebehandelaar kunnen zijn, wordt er geen onderscheid gemaakt tussen indicerend en coördinerend regiebehandelaar. 


De rol van deze regiebehandelaar is tijdens de intake(fase): 


  •  Een probleemanalyse maken samen met patiënt, diens naasten en (mede)behandelaren; 
  • Een (beschrijvende en DSM)diagnose stellen; 
  • Het vormgeven van het behandelplan in samenspraak met (mede)behandelaren en patiënt; 
  • Regelmatig evalueren met patiënt en (mede)behandelaren; 
  • (ingrijpende) wijzigingen in de situatie van patiënt, waarbij eventueel ook het behandelplan aangepast dient te worden. 
  • Zorgen voor een goede afstemming en coördinatie van het aanbod en voor een goede samenwerking tussen de behandelaren; 
  • Aanspreekpunt zijn voor patiënten. 

16c. De voortgang van de behandeling wordt binnen DOOR GGZ als volgt gemonitord: 


De voortgang van de behandeling wordt als volgt gemonitord: 


  • Iedere 3 maanden vindt een evaluatiegesprek plaats (met patiënt, bij voorkeur een naaste, de regiebehandelaar en een behandelaar), waarbij aan de hand van de doelen in het behandelplan de voortgang wordt besproken. Hierbij wordt de nadruk gelegd op hoe er gewerkt wordt aan de doelen en hoe dit zijn uitwerking heeft op de (aanmeld) klachten. Voor deze evaluatie zal de voortgang in een MDO besproken worden. Waar nodig wordt het behandelplan bijgesteld. Ook kan tijdens deze evaluatiemomenten besloten worden tot beëindiging van de behandeling. 
  • Om een goede inschatting te maken van bovenstaande, maken we, naast de evaluatie gebruikt van vragenlijsten (ROM, Routine Outcome Monitoring).  Met de vragenlijsten onderzoeken we of de klachten tijdens de behandeling minder worden, het dagelijks functioneren en de kwaliteit van leven verbetert.  De patiënt krijgt vragenlijsten per mail toegestuurd. Deze vragenlijsten worden op een aantal vaste momenten verstuurd aan de patiënt: 
  • voor en na de intake; 
  • elke drie maanden voor een evaluatie; 
  • aan het einde van de behandeling. 
  • Als de patiënt of de regiebehandelaar het nodig acht eerder te evalueren kan er een (vervroegde) tussentijdse evaluatie plaatsvinden. 
  • Mochten er voor of tijdens de evaluatiemomenten twijfels zijn, kan de regiebehandelaar andere hulpverleners binnen (of buiten met toestemming van de patiënt) raadplegen. 

 


16d. Binnen DOOR GGZ reflecteert de coördinerend regiebehandelaar samen met de patiënt en eventueel zijn naasten de voortgang, doelmatigheid en effectiviteit van de behandeling als volgt: 

Zie 16c 


16e. De tevredenheid van patiënten wordt binnen DOOR GGZ op de volgende manier gemeten: 


Tijdens de behandelevaluaties wordt er stilgestaan bij de tevredenheid van de patiënten doordat dit een vast agendapunt van de behandelevaluatie is. Voor het eindgesprek, het laatste gesprek met een behandelaar, vult de patiënt een vragenlijst over zijn of haar tevredenheid in. 


17. Afsluiting/nazorg  


17a. De resultaten van de behandeling en begeleiding en de mogelijke vervolgstappen worden als volgt met de patiënt en diens verwijzer besproken: 


Tijdens de laatste evaluatie van de behandelfase zal er met de patiënt en zijn behandelaren, in overeenstemming met de regiebehandelaar, stilgestaan worden bij het naderende einde van de behandeling. Tijdens deze evaluatie zal er stilgestaan worden bij de behaalde resultaten, maar zeker ook bij wat niet behaald is. Er zal onderzocht worden of er binnen of buiten DOOR ggz iets nodig is om het niet behaalde alsnog te halen of dat de aandacht meer gelegd moet worden op het accepteren van het niet gehaalde. 


De laatste fase van de behandeling, de uitstroomfase, die tussen de 3 en 5 gesprekken duurt, is bedoeld om de resultaten te verstevigen, waar nodig een terugvalpreventieplan te maken en ons te richten op het accepteren van het niet behaalde. 


Na afsluiting zal er een afsluitbrief geschreven worden naar de verwijzer om deze op de hoogte te brengen van het einde van de behandeling, het beloop van de laatste fase van de behandeling met gehaalde resultaten en advies over eventuele vervolgstappen en nazorg. Bij medicatiegebruik zal de psychiater de medicatie noteren zodat de huisarts het voorschrijven van de medicatie kan voortzetten. Met deze brief wordt de zorg weer overgedragen aan de huisarts. Mocht patiënt bewaar maken tegen het informeren van de verwijzer (of anderen), kan hij dit kenbaar maken bij de administratie en de behandelaar. Dit zal in het EPD verwerkt worden en tijdens de behandeling besproken worden. 


17b. Patiënten of hun naasten kunnen als volgt handelen als er na afsluiting van de behandeling en begeleiding sprake is van een crisis of terugval: 


In de laatste fase van de behandeling (uitstroomfase) wordt er uitgebreid gesproken over een mogelijke terugval en wordt er, waar nodig, een terugvalpreventieplan gemaakt. Deze wordt ook gedeeld met naasten en indien gewenst met de huisarts. Na afsluiting is de huisarts verantwoordelijk voor de patiënt, ook bij crisis. Mocht er sprake zijn van een terugval dan kunnen wij in overleg een korte booster aanbieden van 3 tot 5 gesprekken om hetgeen tijdens de behandeling geleerd is weer te kunnen oppakken en verstevigen. Mocht de inschatting zijn dat 3 tot 5 gesprekken niet voldoende is, geven we advies over een eventueel vervolg. 


Naam bestuurders van DOOR ggz: 


Marlies Soleman en Esther van Zoen 


Plaats: 


Utrecht 


Datum: 

24-12-2024